26 juni 2008

De laatste loodjes wegen het zwaarst

De mannen hebben de aanhanger mee, geladen met 4 meter lang 5 cm dik azobé. Het werk start voortvarend en de eerste vijf meter gaan er in als koek. Nog voor de buiging naar de sluis willen de planken er niet meer verticaal in. Kennelijk liggen er nog meer palen en andere beschoeiing resten onder water. De laatste drie meter worden de planken er weer uitgetrokken en op de graafmachine wordt het kleine bakje gemonteerd. Je wilt niet weten wat er alsnog boven water komt. Dikke palen en veel zacht houten planken worden aan wal getrokken. Met de lange lans worden de laatste hinderlijke restanten met water onder hoge druk weggewerkt.
Ome Dik, hij heet eigenlijk Dirk, komt met de praam door de sluis. Althans dat probeert ie. Hij loopt vast tussen de oude slecht openende sluisdeuren en kan voor noch achteruit. Met de buitenboordmotor wrikt ie de praam vooruit. De praam dateert van vlak na de Tweede Wereldoorlog en kraakt in zijn voegen. Zelfs de graafmachine krijgt de deur maar nauwelijks verder open. Ome Dik gaat met kinderen varen die hun laatste schooldag hebben. Hij moet er dus door en uiteindelijk lukt het.
Rudolf Nagelhout, ik mag niet meer zeggen Rudolf van Nagelhout :), probeert de troep die de sluisdeur tegenhoudt met waterdruk weg te spuiten. Dat lukt niet echt goed en buurman Bert Visser doet het dunnetjes over met de heinbeugel.
Ik vraag aan Rudolf of ie er nog aan heeft gedacht om de drainage door de beschoeiing achter te voeren. 'Wil je een eerlijk antwoord?' vraagt ie. 'Uiteraard Rudolf'. 'Vergeten' zegt ie. Even later is de drainage buis opgegraven en door de beschoeiing gevoerd.

Geen opmerkingen: