23 juni 2008

Oog voor detail en een dilemma

Ondanks het ogenschijnlijk grofstoffelijke werk dat het maken van beschoeiing is, hebben de mannen wel degelijk oog voor detail. Als een ankerstang moet worden verkort moet er gelast worden. De zinklaag verdwijnt dan door de hitte. Om toekomstige roest te voorkomen wordt er zinkpoeder op de nog hete las gestrooid.
Op de plek waar de beschoeiing een hoek maakt wordt worteldoek bevestigd. Lekkage van zand en daardoor latere verzakking wordt daarmee voorkomen. Het richten van de damwand is een vak apart. Er wordt een touwtje gespannen en dan begint het aandraaien en soms weer wat losdraaien van de grote moeren aan de buitenkant van de gording. Als het draaien te zwaar gaat helpt de kraan een handje. Uiteindelijk is de beschoeiing lineaal recht.

Aan de buitenkant van de hoeken wordt een zwaar verzinkte stalen strip ingefreesd, heel fraai.
Voor welk dilemma sta ik? Waar laat ik rotzooi die allemaal uit de grond en de oude beschoeiing is gekomen? Het gaat om puin en oud hout. Afvoeren kan, maar waar laat je een 8 meter lange molenwiek? Ik verklap het maar, het ligt weer netjes achter de nieuwe beschoeiing. Als over ongeveer 30 jaar de beschoeiing weer moet worden vervangen, zien we wel verder. Ik ben, even er van uitgaande dat ik dan nog leef, dan 91 jaar. Waarschijnlijk heb ik dan andere zorgen dan puin achter de beschoeiing.

1 opmerking:

Anoniem zei

Hoe is de las dan beschermt? Door er zinkpoeder op te gooien bescherm je alleen de bovenkant, niet de onderkant